Luister & Lees
Spook
als een spook in mijn hoofd
praat je nog steeds tegen mij
als een spook in mijn hoofd
ben jij mijn deel
als een spook in mijn hoofd
heb jij de kracht van verbeelding
als een spook in mijn hoofd
het laatste woord
vergeef me mijn zonde
in deze waterval van tijd
in mijn hoofd deze wonde
teer ik nu op bitterheid
met de laatste oorkonde
in jouw krankzinnigheid
ga ik vooruit
ga ik vooruit
als een spook in mijn hoofd
in mijn wereld gebouwd
als een spook in mijn hoofd
een god van vernietiging
als een spook in mijn hoofd
onuitputtelijk in zijn woede
als een spook in mijn hoofd
steeds stilte voor de storm
zag ik de illusie
maar het vuur nu uitgedoofd
nu zie ik de conclusie
het vuur van ziekte in mijn hoofd
nu ben jij mijn absolutie
door slechte wil was ik beroofd
en vond ik terug
vond ik terug
als een spook in mijn hoofd
ben je verdwaald in vooruitgang
als een spook in mijn hoofd
jouw werk voorbij
als een spook in mijn hoofd
geen lange weg meer te gaan
als een spook in mijn hoofd
ben je nu voldaan
Cieske
cieske is een meisje onbezonnen kinds
maar ook wel cool en matuur lief te noemen
ze heeft in haar leven al heel wat leed gekend
ook verlies was nooit zo ver te zoeken
toch lacht ze het leven toe
vrolijk goed en vrij
welbespraakt goed opgevoed
en maakt ze graag vrienden blij
cieske is een meisje en weet goed wat ze wil
voor haar doelen zal ieder moeten wijken
zo gaat ze graag gaan reizen naar één of ander ver oord
met haar toeverlaat waar ze zo erg veel van houdt
haar geloof is respect
voor ieder levend wezen
mens of dier het maakt niet uit
ook bloemen bomen en het gras
cieske is een meisje goedhartig trouw en lief
en ben zo blij een vriend van haar te zijn
ze is als zonneschijn op een donkere dag
een lichtpunt in mijn wankel bestaan
ze geeft je al snel een knuffel of twee
een kus op je wang
ze doet dat met heel haar hart
al is het haar leven lang
cieske is een meisje en we houden van haar
en hopelijk kunnen we nog lang vrienden zijn
Verlangen
wanneer een wolf ver van zijn roedel
is hij gedreven door verlangen
zo ben ik ook op zoek
naar dat juiste gevoel
oh liefde warme liefde
ik weet je bent naar me op zoek
en laat ik me steeds weer vangen
door jouw onverwachts bezoek
al stuntelend ga ik dan ten onder jouw verwachting
de juiste woorden zijn ver zoek
en verlies ik dan mezelf
in dat onverzadigbaar verlangen
naar dat éne gevoel
van liefde warme liefde
die me al zo moeilijk vinden kan
zo ga ik nu en dal al eens
naar de kroegen van mijn dorp
drink ik een paar glaasjes
praat met de mensen om me heen
en zijn zij ook op zoek
naar dat juiste gevoel
van liefde warme liefde
die ons al zo moeilijk vinden kan
en wanneer ik dan naar huis wil gaan
is het de leegte die ik voel
het dronken zijn van weemoed
maakt mijn hart zo zacht als klei
de wolf in mij wil uit zijn kooi
op zoek naar dat éne gevoel
van liefde warme liefde
van liefde warme liefde
oh liefde warme liefde
ik hoop dat je me ooit nog vinden zal
Gevallen Engel
de gevallen engel zingt zijn lied
in uitverkochte zalen
de gevallen engel zingt zijn lied
de duivel mag hem halen
de gevallen engel zingt zijn lied
geen betekenis in zijn woorden
de gevallen engel zingt zijn lied
en iedereen zal hem horen
hij zingt zijn lied
van verdorvenheid
van overspel en verderfelijkheid
valse liefde vol vuiligheid
en hij toont daarvoor helemaal geen spijt
daarom is de gevallen engel
een zonde van je tijd
de gevallen engel zingt zijn lied
dure champagne vrouwen bij de vliet
de gevallen engel zingt zijn lied
over hoe de jeugd door hem het leven ziet
de gevallen engel zingt zijn lied
over hoe hij iemands goed denken heeft vermoord
de gevallen engel zingt zijn lied
over hoe het echt niet hoort
zo zingt hij zijn lied
van verdorvenheid
van overspel en verderfelijk
valse liefde vol vuiligheid
en hij toont daarvoor helemaal geen spijt
zo is de gevallen engel
als een vogel voor de kat
De eenzame man
de eenzame man zit op de rand van de stoep
met een leeg blik bier in zijn hand
het is half negen in de ochtend
en elke keer zie ik hem daar weer
hij vertelt het verhaal van de eenzame man
en staart wat voor zich uit
met zijn dagelijkse routine met het drinken van bier
zijn verslaving verslindt hem met haar en huid
zijn ogen staan star en hij ruikt naar de straat
en geen mens kijkt naar hem om
ze wandelen voorbij alsof hij nooit heeft bestaan
zelfs van een straathond krijgt hij een grom
de eenzame man heeft nooit echt geleefd
alleen miserie en het ongeluk
geboren te zijn in een wildvreemde stad
aan de rand van de maatschappij
die hard kan zijn en weinig toekomst biedt
en liever had dat hij zijn leven liet
is er dan niemand die het ziet
wat nederigheid voor mensen zoals hij
dit is het verhaal van de eenzame man
van dit soort mensen vind je overal
elke stad is in het zelfde bedje ziek
of is het net een ziekte van deze tijd
de eenzame man zit op de rand van de stoep
met een leeg blik bier in zijn hand
De Duisternis
je bent mijn vriend
in de duisternis
gevangen tussen muren
in mijn duisternis
maar toch schijnt er een lichtje
en dat ben jij
mijn vriend
en in die duisternis
riep ik jouw naam
gevangen in mezelf
stond ik bij het raam
in het huis der gevallen zieken
gaf jij me troost
mijn vriend
je bent mijn vriend
in de duisternis
was ik heel verdrietig
in die duisternis
maar jij gaf me telkens hoop
elke keer opnieuw
mijn vriend
je bent mijn vriend
in de duisternis
gevangen tussen muren
in mijn duisternis
maar toch scheen er een lichtje
en dat was jij
mijn vriend
In Gent
de zon schijnt mijn ogen dicht
zit ik hier op straat
met een hele boel vrienden om me heen
de vriendinnen zijn ook paraat
met een gitaar in mijn hand
en een koude pint aan mijn zij
de lente die zit in ons hart
op deze mooie dag in mei
de geur van geroosterde worstjes
kruipt nu naar mijn neus
straks word het één groot feest
dat wordt onze eerste keus
bij kaarslicht vraag ik jou ten dans
op muziek die wordt gespeeld
door een fijn straat orkestje
die zijn lieve muziekjes deelt
dit gebeurde allemaal
in de leukste straat van gent
waar we vroeger woonden
waren met z'n allen heel bekend
lieflijke stad vol plezier
ik heb er mijn tijd gehad
mijn dagen versleten
bij de buurvrouw en haar kat
de man van over het straat
had dikwijls een slecht humeur
hij wandelde over lijken
en stond meestal bij zijn deur
te zien naar wat we doen
nieuwsgierig zoals hij was
maar stierf dan van de kanker
zo vergaan tot stof en as
de herinnering die leeft nog voort
diep in ons gedacht
zijn job was zijn harde leven
maar hij heeft het niet ver gebracht
het waren fijne tijden
we hebben het gehad
met veel pijn in ons hart
verlieten we onze stad
dit gebeurde allemaal
in de leukste straat van gent
waar we vroeger woonden
waren met z'n allen heel bekend
lieflijke stad vol plezier
ik heb er mijn tijd gehad
mijn dagen versleten
bij de buurvrouw en haar kat
Wanneer De Nacht
geef me je hand
en ik neem je mee naar ons beloofde land
houdt je warm in koude dagen
strooi onze ogen dicht met zand
wanneer de nacht
wanneer de nacht
wanneer de nacht valt
ben je niet alleen
geef me je hand
en ik deel met jou mijn mooiste droom
door weer en wind
en wat dan de tijd ons geeft
wanneer de nacht
wanneer de nacht
wanneer de nacht valt
ben ik bij jou
geen van beiden
weet wat het brengen kan
maar één ding weet ik zeker
een toverspel door oprechtheid in de ban
met heel mijn ziel
geef me je hand
en verdwaal ik graag in jouw wonderbaarlijkheid
mijn eerlijkheid mijn houvast
wanneer de nacht
wanneer de nacht
wanneer de nacht valt
ben je mijn zon die schijnt
geef me je hand
en leer me hoe ik houden moet
van een verre reis teruggekeerd in mijn hoofd
wanneer de nacht
wanneer de nacht
wanneer de nacht valt
voel ik nu rust<
geen van beiden
leeft in een verleden dag
maar het wonder is geschiede
blijf ik graag bij jou
soms met tranen en een lach
hedendaags
Pelgrim van leven
ik wandel op het pad
door tijd en verwarring heen
ik wandel op het pad
door prille jeugd die ik dan uitleen
momenten van regen
en momenten van zon
de schoonheid van de morgenstond
de dag waarop mijn lente begon
loop ik nu
ik wandel op het pad
door diepe water begane grond
ik wandel op het pad
door modderstroom en zag terstond
het geluk dat soms voor me was
dus leef je droom en neem de liefde
met de onschuld van een kind
heb ik mezelf wat meer bemind
en loop ik nu
ik wandel op het pad
door mijn brein mijn koninkrijk
ik wandel op het pad
door het doolhof aan vervlogen tijd
neem mijn hand en volg de weg
in dit leven waar het ons toe leid
vermoeiend is mijn reis geweest
heel kort maar soms een eeuwigheid
op het pad
ik wandel op dit pad
heel dikwijls wel eens zeer bedeesd
ik wandel op het pad
de heer met mij en met mijn geest
vrede in mijn hoofd
bewust met licht van de dageraad
zo mensen ga het pad
geen bliksem dat ons nu nog schaad
op ons pad
Broertje
mijn lieve broertje we verschillen zo veel van elkaar
maar de band die blijft tot het einde van ons korte leven
mijn lieve broertje het zit hem in ons bloed
dat we het dikwijls met elkaar niet eens kunnen zijn
maar weet altijd dat ik er voor je zal zijn
ook al heb ik het soms niet aan het rechte eind
met mijn gedachten dwaal ik veel te ver
voor jou nog steeds het onbekende oord
mijn lieve broertje je bent er voor me geweest
de dag dat ik het gezond verstand verloren was
mijn lieve broertje het was een moeilijke tijd
maar samen stonden we sterker dan geen ander
we hebben gestreden aan elkaars zijde
in het onbekende land van mijn geest
vreemde spoken en demonen verdreven
je hebt op dat moment echt voor me geleefd
mijn lieve broertje jij wordt toch zo snel groot
en het verleden dat moet je laten rusten
mijn lieve broertje nu ben ik terug op het juiste pad
toch nog steeds een zware last om te dragen
in mijn hoofd gaat het er wel eens vreemd aan toe
en maak ik het ook wel eens veel te bond
zeg ik soms wel rare dingen
en heb ik ook wel eens een korte lont
maar lieve broertje weet dan dat het er niet toe doet
want uit één ziel zijn we geboren
leven we en gaan we dan door
De Dichter
liever dan het één en anders dan het tweede
verandering is hoe het heet en telkens weer iets nieuw
een boek in mijn hand van een groot artiest
hoe hij je doet wankel staan en eerlijk waar hij voor kiest
waterval oh waterval
kabbelend naar benee
de dichter drinkt zijn woorden
woordenschat diep als een zee
liever dan het ander en anders voor het eerst
geniet ik van het woordgeluk poëtisch en oprecht
zijn leven op een weegschaal zwaarwichtig ook heel kort
maar de dichter die vertelt zo zijn ziel licht dragen wordt
waterval oh waterval
kabbelend naar benee
de dichter drinkt zijn woorden
woordenschat diep als een zee
geboren uit de muze van het licht bestaan
vloeiend uit de pennen waarheid op papier
leeft hij naar zijn hand een hand naar het verhaal
gedachten naar een ver land naar een land van pracht en praal
waterval oh waterval
kabbelend naar benee
de dichter drinkt zijn woorden
woordenschat diep als een zee
dieper dan het diepe en mooi is zijn woord
verhalend naar het leven toe dicht hij als dansen op een koord
zijn canvas word een meesterwerk een waterval van kleur
naar een hof van eden opent hij zijn deur
waterval oh waterval
kabbelend naar benee
de dichter drinkt zijn woorden
woordenschat diep als een zee
Beste Vriend
alcohol is een monster
alcohol is een beest
van alcohol loop je wankel
ik nog wel het meest
alcohol loopt goed binnen
alcohol is als troep
de alcohol smeert als olie
je tongval in de groep
maar dan gaat het snel in verkeerde richting
je vrienden zijn je vriend niet meer
hef het glas op de alcohol
zo gaat het toch elke keer
alcohol doet ook wel dromen
alcohol als mooie vrouw
je slaat haar dan een bloedneus
en schudt gelul uit je mouw
alcohol is je liefje
alcohol ziet je graag
de alcohol komt snel binnen
het kreunt in je maag
zweven door de wolken
het hoofd als een gasballon
maar gas dat is ook giftig
wou dat ik stoppen kon
alcohol leeft maar één keer
en alcohol is ook wel stom
je vriend alcohol breekt heel snel
slaat graag in als een bom
alcohol heeft een knappe kont
en is ook wel dom en blond
ik schreef nu een liedje voor de alcohol
en kots dit nu uit mijn mond
De Nieuwe Zwaan
in café De Nieuwe Zwaan bij Ria aan de toog
elke donderdag met wat vrienden drinken we ons graag torenhoog
met de kerk in het midden bijpraten doen we ook
een dorp in niemendal het café waar ik van houden zal
in café De Nieuwe Zwaan de waardin is niet te min
ze is zelfs reusachtig groot maar ze geeft je leven zin
een gekookt eitje met wat zout wanneer je honger hebt
geen kater die je krijgt met haar vriendelijk recept
in café De Nieuwe Zwaan zit je in de winter aan de stoof
lekker warm voor ons koude zieltje voor warme soep is niemand doof
die met verse groenten gemaakt mooi is haar tuin van eden
haar lofzang word bezongen mooie woorden op onze tong
in café De Nieuwe Zwaan ben je wel heel snel voldaan
je krijgt er veel nieuws te horen maar soms houdt ze je in de waan
het dorp is veel te klein en je bent er niet echt vrij
maar bij Ria treed ik binnen in een hemels paradijs
in café De Nieuwe Zwaan hoor je zelf in het verhaal
door het sprookje in de ban dat je zelf schrijven kan
geen letter is te groot en niemand gaat er dood
de duivel word terug goed want vergeven is wat ze doet
in café De Nieuwe Zwaan niet veel mensen die er gaan
dus je maakt er heel snel vrienden dat heb ik dan ook gedaan
zelfs de duivel is er bij ik weet dat hij er ook graag komt
in de hel is er geen bier daarom drinken wij het hier
Bittere Pil
dagen die zijn versteend
in het huis van bewaring
enkel en alleen voor diegene
die het licht niet hebben ontwaard in hun huis van bewaring
maar buiten lopen mensen hand in hand
met schoonheid om ze heen
dagen die zijn zo duister
in het huis van bewaring
met ketens die de ziel met verstomming slaan
ja slaan doet het in het huis van bewaring
de dokter geeft je een pil
voor het slapen gaan
dagen zijn als een doolhof
in het huis van bewaring
de zon schijnt er niet witte muren die je ziet
verwarring is er tijdloos in het huis van bewaring
op uur en tijd een boterham
met wat koffie op het kraaien van de haan
vrienden die heb je er niet
in het huis van bewaring
muizenissen verstarren je kop slaat soms op hol
droefheid hard als staal zo is het huis van bewaring
een weerspiegeling van lang
vergeten te moeten zijn
bezoek van een familielid
in het huis van bewaring
tien minuten tijd over hoe het met je gaat
de klok tikt in het huis in ons huis van bewaring
maar die vele jaren
zijn zoals levenslang
je schrijft nu in een dagboek
over het huis van bewaring
de klusjes die je kreeg soms wat tijd voor jezelf
je bent je eigen rechter in het huis van bewaring
de moraal in de pen
over wat niet had mogen zijn
Verandering
de nacht wil jou veranderen maar de tijd die is te kort
het wachten op verandering van je kijk dat ervoor zorgt
dat het leven wel meestal iets meer had mogen zijn
teveel van dat verheven gevoel van zoveel pijn
in het bed van verlangen slapen we diep warm en zacht
maar denken voor het slapengaan op de hartslag van de nacht
over wat de dag ons bracht en wat in toekomst word verwacht
de maan verlicht de paden naar wat heden heeft gebracht
laat ons maar vergeten
wat de nacht ons brengen zal
het is toch om het even
in ons brein als een getal
laat ons maar heel even
vergeten wat we doen
de dag brengt weer wat nieuw
een zon die schijnt bij de noen
liefde heb ik te geven ook wel vriendschap is er bij
al had ik misschien wel liever dat ik een hart had als een kei
want dikwijls loop je tegen een stenen muur en verwarring zit in je hoofd
ontwaken we uit de stilte aan wat de dageraad heeft beloofd
maak dan eens wat goeds een mooi werk is wat je bent
doe iets voor een vriend en het kost je helemaal geen cent
de nachtmerrie is verdwenen een mooie droom is wat er is
je hebt er iets fijns voor in de plaats zo heb ik het echt niet mis
dus laat ons maar vergeten
wat de nacht ons brengen zal
het is toch om het even
in ons brein als een getal
laat ons maar heel even
vergeten wat we doen
de dag brengt weer wat nieuw
een zon die schijnt bij de noen
Liselotte
kastanjedonker
zijn haar ogen als de nacht
maar als fonkeling die stralen kan
als het licht van de dag
zonnestraal geef me warmte
als het toch maar even mag
net ochtenddauw die voedt
en haar warme lieve lach
vergeet-mij-nietje
net een schoon bloemeke in het gras
voor u schreef ik dit liedje
en ben ik blij dat ik bij je was
deze nacht
ochtendgloren in de wolken
van roze rood en hemelsblauw
ontwaakt in mij deze morgen
en ben ik mijn ziel verloren aan jou
met kruidenthee gezet
laaft ze dorstigen van de dageraad
goedemorgen lieve vriend
zij ze toen tegen mij
vergeet-mij-nietje
schoon bloemeke in het gras
voor u schreef ik dit liedje
en ben ik blij dat ik bij je was
deze nacht
ze vertelde me de dingen
die me die nacht waren ontgaan
dronken liefdes en godinnen
als haar lichaam net de maan
Venus verlicht door sterren
maar Mars die was te licht
gedronken hebben we het water
en deden dan de luikjes dicht
vergeet-mij-nietje
een schoon bloemeke in het gras
voor u schreef ik dit liedje
en ben ik blij dat ik bij je was
deze nacht
Boom
het is een donkere tijd nu
en laat me maar verdwalen in jouw hoofd
er woedt een storm diep in mij
maar de storm die is gaan liggen in jouw hoofd
kameraad dat siert je schoon
altijd het hart op de juiste plaats
lieve vriend ik ben het pad kwijt
jij wijst de weg waar ik heen moet gaan
ik ken je al een hele tijd nu
en we hebben samen wel wat tegenslag doorstaan
maar telkens waren we er voor elkaar
en door jouw humor waren mijn zorgen snel van de baan
vergeten dat doe ik niet snel
maar het komt door een mooi verhaal
dat we samen hebben geschreven
zo schrijven we verder aan ons boek uit levenstaal
het is een donkere tijd nu
dus laat me maar verdwalen in jouw hoofd
er woedt een storm diep in mij
maar je hebt me het paradijs beloofd
je bent een boom
een boom van een vent
jouw wortels gaan diep tegen storm bestand
en ik ben net net als jouw bladeren
die kleuren met de herfst en dan waaien met de wind
Leien Dakje
alles ging van een leien dakje
als regen druppels neer
geen zonde die verachtelijk
met een woordvloed als een meer
gezwommen door ons tijdelijk bestaan
ben gezonken heb ik dan ook gedaan
voelde me als een vis in water
een job goed betaald
tekens in een levensdoel
mijn diploma goed behaald
maar verwarring is nabij gingen we samen aan de haal
geprezen als een monnik was hij in de zaal
het brein is de meester
samen vereend in slavernij
want je bent je eigen heerser
de lijfstraf met hem aan je zij
hoe een hond janken kan geketend aan zijn lis
getekend met het brandmerk door geschiedenis
je leven wordt een hel
in duisternis verhuld
het vuur brand aan de schenen
je enige vriend is geduld
gebonden aan het lot van het getal te zijn
het heden van de zot drink ik nu zijn wijn
geen mens die beseft
alleen familieband heet gesmeed
ook een goede vriend die sterven kan
wat medicatie met me deed
kotsmisselijk het gegeven draag ik lief en leed
ook haat dat doet beven badend in het zweet
ja het brein is je meester
samen vereend in slavernij
je bent je eigen heerser
de lijfstraf met hem aan je zij
hoe een hond janken kan geketend aan zijn lis
getekend met het brandmerk door geschiedenis
Haar Wijsheid
zoals elk dorp in zijn wijsheid leeft
heb ik haar ook gezien
soms wandelt ze over tijd
met verhalen bovendien
de oorlog was tot haar spijt
iets waar uit veel geleerd
respect en vriendschap voor familie
een mooie ziel is met haar geest
elke zondag gaat ze naar de mis
met de bijbel in haar hand
ze bid dan voor het geluk
ter ere van de familieband
met eenvoud leeft ze door de dag
en ziet je voorbij het raam
mensen lopen waar ze gaan
maar heb eerbied voor haar bestaan
zoals elk dorp in zijn wijsheid leeft
zie je weinig van het begrip
een dronken man wankelt over straat
achter huizen staat ook een gedicht
elk huis heeft zijn kruis
ja dat heb ik ook gezien
en dragen doen we het allemaal
dit voel ik dan ook bovendien
maar er is licht in duisternis
in dat huisje op mijn weg
je kan er op de koffie gaan
haar verhaal goed en oprecht
verteld ze over het leven
ze doet goed voor ieder mens
dat is haar mooi gegeven
en is haar grootste wens
zoals elk dorp in zijn wijsheid leeft
als een anker van ons hart
varen we op die stroom
met elk ons verhaal
de klokken luiden bij elk uur
met die wetenschap ga ik door vuur
om toch maar eens aan te kloppen
voor een koffie en dat warme gevoel
dat ze geeft